Als er beslag is gelegd op uw inkomen moet u een minimumbedrag overhouden om van te leven. Dit heet de beslagvrije voet. Daar heeft u recht op. Uw inkomen boven de beslagvrije voet wordt ingehouden en gaat naar de beslaglegger. Daarmee lost u uw schuld af. Dat regelt de beslaglegger.
Van de beslaglegger ontvangt u een brief met een overzicht van uw beslagvrije voet. Meestal is dat binnen 8 dagen nadat er beslag is gelegd. Uw werkgever of uitkeringsinstantie ontvangt een verzoek om een deel van uw inkomen in te houden. Daarmee lost u uw schuld af.
Alle personen of partijen bij wie u een schuld heeft mogen beslag leggen. Meestal moet dat met toestemming van de rechter. Dat gaat via een vonnis, dwangbevel of beschikking. Een beslaglegger met een geldige notariële akte hoeft niet altijd toestemming van de rechter te hebben.
De beslaglegger berekent uw beslagvrije voet. Vaak voert een deurwaarder het beslag uit namens de beslaglegger. Deze deurwaarder berekent dan uw beslagvrije voet en is uw aanspreekpunt. Als er meerdere beslagleggers zijn, dan berekent de eerste beslaglegger uw beslagvrije voet. De andere beslagleggers houden zich aan uw beslagvrije voet.
Soms krijgt een beslaglegger voorrang bij het aflossen van uw schuld. Een voorbeeld is de Belastingdienst. Deze berekent dan uw beslagvrije voet.
U krijgt een brief over uw beslagvrije voet van de beslaglegger, meestal via een deurwaarder die bij u langskomt. In de brief staat het overzicht van uw beslagvrije voet en de gegevens waarmee die is berekend. Soms krijgt u de brief met het overzicht via de post of mail.
De beslaglegger stelt uw beslagvrije voet vast en stuurt een brief met een overzicht van uw beslagvrije voet. Ook vraagt de beslaglegger aan uw werkgever of uitkeringsinstantie om een deel van uw loon of uitkering in te houden. Daarmee lost u uw schuld af.
Er zijn drie vormen van beslag:
- een inkomensvordering;
- beslag op toeslagen;
- een overheidsvordering.
Bij een inkomensvordering ligt er beslag op uw loon of uitkering. Bij een beslag op toeslagen ligt er beslag op uw kindgebonden budget, huurtoeslag of zorgtoeslag. Het kan ook gaan om beslag op of verrekening met een bedrag dat u terugkrijgt van de Belastingdienst. Bij een overheidsvordering ligt er beslag op uw betaalrekening.
Op het overzicht van uw beslagvrije voet staat met welke vorm van beslag u te maken heeft.
Uw beslagvrije voet is maximaal 1 jaar geldig. Dat staat in de wet. Daarna moet de beslaglegger uw beslagvrije voet opnieuw berekenen. Uw gegevens komen uit de Basisregistratie Personen (het oude bevolkingsregister) en de UWV Polisadministratie (een register met Nederlandse inkomensgegevens). Heeft u de beslaglegger extra gegevens opgestuurd? Dan controleert de beslaglegger ook elk jaar of die gegevens nog kloppen.
Bij de jaarlijkse aanpassing van uw beslagvrije voet krijgt u een nieuw overzicht. Heeft u na een jaar geen nieuw overzicht van uw beslagvrije voet ontvangen? Neem dan contact op met uw beslaglegger.
Krijgt de beslaglegger binnen een jaar nieuwe gegevens over u uit de Basisregistratie Personen of de UWV Polisadministratie? Ook dan moet de beslaglegger de beslagvrije voet opnieuw berekenen.
Let op: ligt er beslag op uw bijstandsuitkering, IOAW-uitkering of IOAZ-uitkering? Dan berekent de beslaglegger de beslagvrije voet niet ieder jaar opnieuw. De gemeente zorgt er dan voor dat uw beslagvrije voet klopt.
Nee. Uw beslaglegger geeft de verandering door aan uw werkgever.
De beslaglegger kan veel van uw vragen beantwoorden. Op het overzicht van uw beslagvrije voet staan de contactgegevens van uw beslaglegger.
Op deze pagina vindt u meer informatie over het stellen van vragen of bij het zoeken van hulp.