Video uitleg rekenregels beslagvrije voet

Deze video legt uit met welke gegevens de beslaglegger uw beslagvrije voet berekent.

De beslagvrije voet is het bedrag dat u elke maand overhoudt om uw vaste lasten en boodschappen mee te betalen.

Bent u benieuwd hoe de beslaglegger uw uw beslagvrije voet berekent? Ik ga u daar meer over vertellen.

De beslagvrije voet is geregeld in de wet en altijd afhankelijk van uw situatie.

De beslaglegger verzamelt verschillende gegevens voor de berekening van uw beslagvrije voet. De beslaglegger krijgt minimaal 5% van uw inkomen om uw schulden af te lossen.

Als u een bijstandsuitkering krijgt, dan is uw beslagvrije voet 95% van uw bijstandsnorm. De bijstandsnorm die voor u geldt hang af van uw leeftijd en leefsituatie.

Heeft u een laag inkomen, maar geen uitkering? Dan lost u ook altijd minimaal 5% van uw inkomen af.

Is uw inkomen hoger? Dan wordt meer dan 5% van uw inkomen gebruikt om uw schuld af te lossen.

Gegevens over uw woon- en leefsituatie en uw inkomen tellen mee in de beslagvrije voet.

Er is al rekening mee gehouden dat u ook bepaalde kosten heeft. Zoals voor uw zorgverzekering en gemeentelijke belastingen.

Hoge kosten voor bijvoorbeeld uw telefoon, internet of de sportclub tellen niet mee. Kijkt u eens goed naar dit soort kosten. Soms kunt u deze kosten verlagen of stopzetten.

Hoe u woont of ingeschreven staat bij uw gemeente telt mee in de berekening van de beslagvrije voet.

Als u een partner heeft, of kinderen onder de 18 jaar die nog thuis wonen heeft dat invloed op de hoogte van uw beslagvrije voet.

Uw beslagvrije voet is meestal lager als u geen vaste woon- of verblijfplaats in Nederland heeft, of een adres in het buitenland.

Ook kan uw woonsituatie anders zijn dan wat er op uw overzicht staat. De beslaglegger heeft dan meer informatie van u nodig om uw beslagvrije voet goed te kunnen berekenen.

Uw inkomen telt altijd mee. Het gaat om uw gemiddelde loon of uitkering over de afgelopen 4 maanden. Vakantiegeld of bonussen tellen ook mee.

Heeft u een wisselend inkomen of verwacht u een hoger of lager inkomen, dan klopt uw beslagvrije voet misschien niet meer. Geef veranderingen van uw inkomen daarom door aan de beslaglegger.

U blijft huurtoeslag, zorgtoeslag en kindgebonden budget ontvangen als er beslag ligt op uw inkomen. Als uw inkomen te hoog is voor toeslagen, krijgt u die niet of niet helemaal.

De toeslag die u dan niet ontvangt wordt meegeteld in de beslagvrije voet.

De beslaglegger weet meestal niet wat uw huur of hypotheek is. Krijgt u geen huurtoeslag of heeft u een hoge huur of hypotheek?

Vraag de beslaglegger dan of u een hogere beslagvrije voet kunt krijgen. Dat kan ook als u een kamer huurt of bijvoorbeeld in een recreatiewoning of een woonboot of caravan woont.

Onder woonkosten vallen ook servicekosten van de verhuurder en bij een koopwoning de kosten voor de VvE, erfpacht, opstalverzekering en klein onderhoud.

Maakt u privé gebruik van een vervoermiddel van uw werk, zoals een leaseauto, dan telt de bijtelling mee in de berekening van uw beslagvrije voet.

Uw beslagvrije voet wordt hierdoor lager. Het is daarom zinvol om uw privégebruik te stoppen, zodat uw beslagvrije voet niet omlaag gaat.

U stopt het privégebruik via de belastingdienst. Geef ook aan de beslaglegger door dat u stopt.

Geef aan uw beslaglegger door als er al eerder beslag bij u is gelegd. De beslaglegger weet namelijk niet altijd of u nog andere schulden hebt en of er andere beslagen lopen.

U kunt de gegevens die de beslaglegger heeft gebruikt zelf controleren op het overzicht van uw beslagvrije voet.

Kijk dus goed of uw gegevens kloppen op dit overzicht. En geef het door als er iets niet klopt.

Op de website uwbeslagvrijevoet.nl staat een rekentool. Hiermee kunt u uw beslagvrije voet ook zelf narekenen.

Krijgt u minder inkomen, of verandert uw situatie thuis? Dan berekent deze rekentool misschien een andere beslagvrije voet.

Neem contact op met de beslaglegger om veranderingen door te geven. Uw beslagvrije voet kan misschien omhoog.