Uw beslagvrije voet is meestal lager wanneer u geen vast woonadres in Nederland heeft of wanneer u in een instelling woont of verblijft of wanneer u niet op een Nederlands woonadres ingeschreven staat. Geldt dit voor u? Overleg met de beslaglegger of het aanpassen van uw beslagvrije voet mogelijk is en welke informatie u daarvoor moet doorgeven.
Als de beslaglegger niet weet waar u woont, bijvoorbeeld omdat u geen vast Nederlands woonadres heeft, is uw beslagvrije voet 47,5% van de geldende bijstandsnorm voor gehuwden. Als u de beslaglegger informatie geeft over uw woonsituatie kan hij de beslagvrije voet opnieuw berekenen.
Neem hiervoor contact op met de beslaglegger. U vindt de contactgegevens van de beslaglegger op het overzicht van uw beslagvrije voet.
Als u niet ingeschreven staat op een Nederlands woonadres, wordt uw beslagvrije voet berekend met een factor die rekening houdt met de levenstandaard in het land waar u woont: de woonlandfactor. In sommige landen krijgt u dezelfde beslagvrije voet als wanneer u in Nederland zou wonen.
Ook zijn er vaak minder gegevens over u bekend als u in het buitenland woont. Om te bepalen of uw beslagvrije voet aangepast kan worden is informatie nodig over uw woonsituatie en inkomen. Meestal gaat het om:
- Hoeveel mensen er zijn ingeschreven op uw buitenlandse woonadres en welke relatie u met hen heeft (bijvoorbeeld getrouwd of samenwonend). Ook kinderen, stiefkinderen of pleegkinderen tot 18 jaar die bij u wonen moet u opgeven.
- Een verklaring van uw inkomen, bijvoorbeeld van de belastingdienst in het land waar u woont. Of gegevens over uw inkomen, bijvoorbeeld loonstroken.
- Bankafschriften
- Een bewijs van inschrijving in het land waar u woont.
Als u een partner heeft, dan moet u vaak ook gegevens van uw partner doorgeven. Overleg met de beslaglegger welke informatie nodig is. U vindt de contactgegevens van de beslaglegger op het overzicht van uw beslagvrije voet.
Uw beslagvrije voet wordt anders berekend wanneer u in een instelling woont of verblijft. De instelling betaalt namelijk de meeste kosten voor uw levensonderhoud en voor uw verzorging of verpleging.
Woont of verblijft u samen met uw partner in de instelling? Uw eigen inkomen en dat van uw partner tellen dan mee in de berekening. Uw beslagvrije voet wordt tot 50% lager.
Geef altijd aan de beslaglegger door wat uw eigen bijdrage is. Dat is het bedrag dat u zelf betaalt voor uw verzorging of verpleging. De beslaglegger kan uw beslagvrije voet dan verhogen.
Verblijf in een instelling
‘Verblijf’ is een opname in een zorginstelling. Dit kan gaan om tijdelijk verblijf, deeltijdverblijf of blijvend wonen in een instelling. Instellingen die wonen en zorg bieden zijn bijvoorbeeld: een ziekenhuis, verzorgingstehuis, verpleeghuis, gezinsvervangend tehuis, jeugdinstelling, instelling voor gehandicaptenzorg of thuiszorginstelling. In de instelling krijgt u:
- verpleging of verzorging of;
- een slaapplek met de mogelijkheid tot begeleiding of hulp voor tenminste 50% van de dag.
Aanpassen beslagvrije voet
Als u de beslaglegger informatie geeft over uw situatie, inkomen en kosten kan hij uw beslagvrije voet opnieuw berekenen. Weet u niet of de instelling waar u woont onder de genoemde instellingen valt? Vraag het aan de beslaglegger. U vindt de contactgegevens van de beslaglegger op het overzicht van uw beslagvrije voet.
In uitzonderlijke gevallen waarbij er uitzonderlijk hoge noodzakelijke kosten zijn, kunt u naar de kantonrechter gaan om de beslagvrije voet te laten verhogen. Het is dan aan de kantonrechter om de beslagvrije voet te verhogen.